Deontologie

Deontologie van de bedrijfsjurist

De bedrijfsjurist is onderworpen aan de naleving van een professionele deontologische code, die zijn rol, verantwoordelijkheid en wijze van uitoefening van het beroep bepaalt. De deontologie van de bedrijfsjurist berust op 5 pijlers:

  • De bedrijfsjurist treedt op in het algemeen belang. 
    Het statuut van de bedrijfsjurist werd in het leven geroepen om, in het algemeen belang, bedrijven toe te laten zich zo goed mogelijk intern te laten adviseren. De rechtspraak bevestigt dit trouwens uitdrukkelijk.

  • De bedrijfsjurist engageert er zich uitdrukkelijk toe de wet na te leven. 
    Hij zal dus nooit in strijd met de wet adviseren.

  • De bedrijfsjurist is intellectueel onafhankelijk.
    Ook al werkt de bedrijfsjurist, als werknemer, in een verhouding van ondergeschiktheid, blijft hij intellectueel onafhankelijk in zijn werk en in de juridische adviezen die hij geeft.

  • De bedrijfsjurist oefent een gereglementeerd beroep uit en gebruikt de beschermde titel op een correcte manier.
    De titel van bedrijfsjurist (of “juriste d’entreprise”) wordt exclusief voorbehouden aan de leden van het Instituut voor bedrijfsjuristen. Ongeoorloofd gebruik van de titel wordt strafrechtelijk beteugeld.
  • Het advies van de bedrijfsjurist aan zijn werkgever is vertrouwelijk.
    Deze vertrouwelijkheid is de noodzakelijke voorwaarde voor de correcte uitvoering van de taak van bedrijfsjurist. Hij kan zijn taak als onafhankelijk adviseur van zijn bedrijf slechts correct vervullen wanneer hij zijn adviezen vertrouwelijk kan meedelen. Het Hof van Beroep te Brussel heeft deze confidentialiteit  bevestigd in zijn arrest van 5 maart 2013 (definitief sinds het arrest van het Hof van Cassatie dd. 22 januari 2015). Klik hier voor meer informatie over de vertrouwelijkheid van de bedrijfsjurist.

Elke bedrijfsjurist is verplicht om na zijn inschrijving een cursus deontologie, georganiseerd door het IBJ, te volgen.

Tuchtsancties

Inbreuken op de deontologie van de bedrijfsjurist kunnen leiden tot tuchtsancties. Deze procedure is uitgewerkt in het tuchtreglement van het IBJ, dat bij Koninklijk Besluit is vastgesteld.

De tuchtbevoegdheid wordt in eerste instantie uitgeoefend door de Tuchtcommissie. Tegen de beslissingen van de Tuchtcommissie kan beroep worden aangetekend bij de Beroepscommissie.

Als u vragen heeft of een klacht wilt indienen voor niet-naleving van de deontologie van de bedrijfsjurist, neem dan contact op met Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..